Netwerken
Als Hamid vroeger met iemand tijdens een borrel sprak die ondertussen over zijn schouder de ruimte bleef scannen – wellicht op zoek naar andere, meer interessante gesprekspartners – dan irriteerde hem dat altijd mateloos.
Inmiddels is Hamid directielid en hij merkt dat mensen hem gemakkelijk aanspreken op recepties.
Hier gaat hij graag op in, want hij vindt het leuk om te horen dat iemand in zijn vrije tijd imker is, en nuttig om te weten dat er enorm gekibbeld wordt binnen de IT afdeling nu het budget is ingeperkt. Hamid voelt zich dan senang in zijn rol en steekt zijn nieuwsgierigheid en opvattingen niet onder stoelen of banken. Maar soms staat hij te luisteren naar iemand die vertelt hoe goed hij zijn best doet, en dat eigenlijk altijd heeft gedaan, ook toen het slecht ging met het bedrijf. Dan betrapt Hamid zich erop dat hij over de schouder van die persoon heen staat te kijken, op zoek naar een aanleiding om weg te komen.
Aan dergelijke pijnlijkheden moet hij denken als wij zijn weerzin bespreken tegen het voeren van oriënterende gesprekken. Hamid is klaar voor de overstap naar een ander bedrijf, maar hij ziet er tegenop om te bellen voor een afspraak met de mensen die hij op zijn lijstje heeft staan. Op de vraag wat hem tegenhoudt om deze gesprekken aan te gaan zegt hij: ‘Niemand zit zomaar op mij te wachten, we hebben het allemaal druk’. Dat ik daar met volle instemming op reageer verbaast hem.
Ik vraag Hamid waar hij op let als iemand hém belt voor een afspraak om te praten over de mogelijkheid van een overstap. Hij denkt even na en zegt ‘Dat is een bliksemsnelle beslissing. Ik luister naar de stem, of ik er overtuiging in hoor, waarom die persoon juist met mij wil praten. Als ik nieuwsgierig word ruim ik tijd in, zo niet wimpel ik het af.’
Met de gewone dingen als een functietitel en wat formele vragen over ‘hoe het gaat bij jullie’ zal het dus niet lukken om de interesse te wekken van iemand die je niet kent. Daar is meer voor nodig. Je zult interessante informatie moeten selecteren over wie je bent, wat je doet en waar je naar op zoek bent. Hamid werkt aan verschillende varianten van een realistische tekst die noch te stoer en noch te bescheiden is. Het wordt makkelijker naarmate hij minder volledig wil zijn en zich toestaat om in doodgewone termen te praten over wat hem bezig houdt.
Sinds hij weet wat hij wil zeggen aan de telefoon, vindt hij het perspectief van een mogelijke afwimpeling minder erg. Hij staat immers achter zijn verzoek en kan zich onafhankelijk maken van de reacties daarop. Net als bij de borrel kan het gesprek gewoon gaan over wat hem echt bezig houdt.
Als je indruk probeert te maken, is de enige indruk die je maakt dat je indruk wilt maken. En daar zit niemand op te wachten.