On the air
Doorgaans ben ik niet enthousiast over voetbalmetaforen voor leiderschapsinzichten en evenmin ben ik warm te krijgen voor initiatieven om met het team te gaan paintballen of cart-racen. Maar sinds kort zou ik ieder aankomende leidinggevende een inkijkje gunnen in een radiostudio.
Op een vrijdagmiddag in Kopenhagen haal ik mijn Deense vriendin Monica op van haar werk bij de radio. Het is de dag na de verkiezingen en zij is als host de verbindende schakel tussen interviews, muziek, verkeer, het nieuws en allerlei weetjes van de dag. Korte interviews met kandidaten en partijbestuurders vinden plaats in een kroeg in de stad, Monica bestuurt de uitzending vanuit de studio.
Ik vind haar te midden van grote computerschermen en knoppenpanelen. Ze schuift haar koptelefoon van haar ene oor zodat ze mij kan begroeten terwijl ze blijft luisteren naar wat de luisteraars horen; een multitasking die ik het daaropvolgende halfuur in de overtreffende trap te zien zal krijgen.
Van een draaiboek, planning, voorspelbaarheid is vandaag geen sprake: de ene na de andere collega komt binnenlopen, wacht tot Monica even beschikbaar is en vertelt dan wie er nu geïnterviewd gaat worden, wie er afgezegd heeft omdat de scores tegenvallen, dat er iemand vast zit in het verkeer, enzovoort. De onderlinge communicatie is verbazingwekkend non-tech, direct. Haar collega van verkeer piept tussendoor dat hij een brandend voertuig moet melden, tijdens een muziekje holt ze naar de newsdesk om aan te kondigen dat zij 15 seconden meer tijd krijgen. Intussen wandelt er ook een technicus binnen om een van de microfoons te vervangen en die maakt en passant een praatje over het beperkte budget voor nieuwe microfoons.
Ik word helemaal kierewiet van het kijken naar deze chaos, maar Monica blijft geconcentreerd en doet haar aankondigingen helder en vrolijk, verwoordt bruggetjes tussen het ene en andere onderdeel, heeft kleine anekdotes paraat, voegt kwinkslagen toe. En het lijkt alsof het besmettelijk is: niemand zucht of klaagt, ook de mensen niet die al vele uren in touw zijn zonder tijd voor een hap of plas. Men blijft gefocust op de eigen taak ten behoeve van de uitzending.
Hoe krijg je als leidinggevende deze toewijding voor elkaar? Heb je hier invloed op? Ok, je kunt zorgen voor een paar buitengewoon optimistische medewerkers, die ook onder stress graag improviseren en helder blijven communiceren. De techniek, het salaris, een etentje op z’n tijd, dat zal allemaal ook wel helpen. Maar ik denk dat de essentie zit in de onontkoombare noodzaak om de klus samen voor elkaar te krijgen, het gevoel van ‘ik moet nú, want anders ..’. Ook bij een politie- of ambulanceteam is dit gevoel er vanzelf, net als bij ambtenaren die hun minister tijdens een Kamerdebat ondersteunen. Maar voor de minder onmiddellijk urgente werkzaamheden, zul je moeten zoeken naar wat precies het belang en de noodzaak zijn. Zodra mensen elkaar kunnen vinden op díe noodzaak, als iedereen begrijpt in welke uitzending ze zitten, volgt de concentratie en toewijding vanzelf.