De fietsende minister
Op 21 september stapte Andrew Mitchell – een minister in David Cameron’s regering – voor Downing Street nummer 10 op zijn fiets en werd iets verderop gestopt door een paar agenten die hem lieten weten dat er in die straat niet gefietst mag worden. Mitchell ontplofte en diverse getuigen hoorden hem stevig uithalen tegen de agenten. ‘Jullie zijn plebs en idioten’ en ‘je moet je plaats kennen, je praat tegen iemand die in de regering zit’. Toen dit uitkwam, zijn zowel Cameron als hijzelf zich te buiten gegaan aan nederige excuses en scherpe veroordelingen, maar het mocht niet baten. Afgelopen vrijdag, een maand na dit incident, is hij opgestapt.
Het is een wonderlijk voorval dat mijn fantasie aanwakkert. Wat brengt zo’n belangrijk man – een minister – ertoe om zo te ontploffen? Nu is schelden tegen de politie niet iets waar je als regeringsverantwoordelijke verstandig aan doet, maar kan zo’n gezaghebbend persoon zich dan nooit een onbeheerst moment veroorloven?
Ik raad iedereen aan – ook mensen in gezaghebbende posities – om bij tijd en wijle je normale zelfbeheersing te laten vieren en je rationele redeneringen en verstandige argumentaties aan de wilgen te hangen. Het wordt weer eens duidelijk dat je een mens van vlees en bloed bent, met een eigen kookpunt, grenzen, en dat je om de zaak geeft. Maar je moet je wel realiseren dat mensen ervan schrikken en dat je er een heftige reactie mee bewerkstelligt.
Jennifer vertelt me dat ze telkens schrikt van de manier waarop haar baas, Benno, opereert. Hij is groot en kaal en kan in een gesprek plotseling achterover leunen en vragen ‘waarom zit jij eigenlijk in de productie?’ Zij wordt rood en weet niet zo snel hoe ze gevat en ter zake kan reageren. Dit heeft op haar het effect dat ze zich onzichtbaar opstelt en zich richt op haar eigen productieafdeling, die overigens uitstekend draait. Maar nu wordt een reorganisatie voorbereid en wil ze haar randvoorwaarden en grenzen helder kunnen inbrengen.
Ze oefent met puntig en helder formuleren waar haar afdeling voor staat, aan het door laten klinken van het belang voor het grotere geheel en aan het verstevigen van haar stem. Dat helpt wel, maar erg gerust is ze er nog niet op dat ze Benno met zijn ‘bullebak’- gedrag hiermee aan kan. Dan spoor ik haar aan om uit de ban te springen en met enige heftigheid haar missie te verkondigen. Ze probeert het, raakt aardig op dreef, maar schrikt van zichzelf en vraagt zich af of dit nog wel zakelijk is. ‘Maak het zakelijk, blijf in je rol’ roep ik. En wat er dan komt is onbetwist sterk, helder en overtuigend.
Wat de Engelse minister ertoe bracht om te ontploffen, blijft buiten beeld en is niet zo interessant. Wat tot zijn val heeft geleid is dat hij zijn remmen losgooide en geen interne check erop losliet ‘past dit bij mijn rol op dit moment?’. Met zo’n check had hij vast zijn tekst aangepast, was hij thuis extra heftig tegen zijn boksbal gaan beuken – en had hij misschien nog in functie gezeten.